EEN NIEUW LITURGISCH JAAR: het evangelie van Matteüs herontdekken

Laatst bijgewerkt: donderdag 05 december 2019 Gepubliceerd: vrijdag 29 november 2019

We zijn in de eerste week van de Advent, het begin van onze voorbereidingstijd op Kerstmis. We mochten de eerste kaars op de adventskrans ontsteken. Met de Advent beginnen we ook een nieuw liturgisch jaar. Dit jaar neemt Matteüs ons mee op sleeptouw.

 

Het A-jaar en de evangelist Matteüs

Ieder jaar lezen we in de zondagse vieringen een andere evangelist. Daarvoor volgen we met de wereldkerk een driejarige cyclus (A-B-C). In het voorbije jaar (het C-jaar) stond Lucas centraal. In dit nieuwe A-jaar zal Matteüs onze gids zijn. In het B-jaar wordt dan Marcus gelezen. En Johannes dan? Hij komt aan het woord op hoogdagen en in sterke tijden en ook op enkele zondagen in het B-jaar, doordat Marcus het kortste evangelie is. 

We kunnen ons nu verschillende vragen stellen: Wie was Matteüs? Wat is typisch aan het evangelie van Matteüs? Voor wie is het geschreven? En waarin spreekt het ons vooral aan? 

 

Wie is Matteüs? 

Het evangelie vertelt ons hoe Matteüs een tollenaar was die door Jezus werd geroepen om zijn leerling te worden (Matteüs 9, 9-13). In het huidige bijbelonderzoek is de overwegende opinie dat de evangelist Matteüs een jood moet zijn geweest met een sterke betrokkenheid op de Thora een Farizeeër of mogelijk een Schriftgeleerde – die deel uitmaakte van een groep christenen die van joodse afkomst waren en in Syrië-Palestina woonden. Die christenen hadden met vervolging te maken en misschien ook met afgenomen enthousiasme. Matteüs wil met zijn evangelie wat klaarheid brengen en aanmoediging. 

Typisch voor het evangelie van Matteüs…

Voor Matteüs is Jezus de langverwachte Messias waarover de profeten spraken. Bij vele gebeurtenissen gebruikt Matteüs de woorden: “opdat vervuld zou worden…”. Met meer dan 130 (!) verwijzingen naar het Oude Testament, wil hij inderdaad aantonen dat Jezus degene is die de voorspellingen uit het Oude Testament vervult. Hij is de aangekondigde Emmanuel, wat betekent God-met-onshet is een thema waarmee Matteüs zijn evangelie begint (Mt 1,23) en eindigt (Mt 28,20). 

Matteüs is een redacteur en heeft veel zin voor compositie. Hij verzamelt de woorden van Jezus die mondeling en schriftelijk werden doorgegeven in vijf grote redevoeringen voor zijn leerlingen: de Bergrede (Mt 5-7), Zendingsrede (Mt 10), Parabelrede (Mt 13), Kerkrede (Mt 18) en de Eindtijdrede (Mt 24 en 25), telkens volgens thema en afgewisseld met verhalen. Dat er vijf redevoeringen zijn is geen toeval. Het verwijst immers naar de vijf boeken van Mozes in de Thora. Jezus wordt zo weergegeven als de nieuwe Mozes. 

Matteüs is ook een catechist bij uitstek. Het beeld dat hij van Jezus geeft, is dat van een rabbi, een leraar. Het Matteüsevangelie brengt ook sterk het conflict naar voren tussen Jezus en de Joden, met name de Farizeeën en de Schriftgeleerden. Matteüs schreef zijn evangelie waarschijnlijk na de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70. Omdat hij een onderscheid maakt tussen het officiële jodendom en de christelijke gemeenschappen, veronderstelt men dat hij zijn evangelie schreef rond het jaar 85. 

Dat Matteüs zich tot een christelijke kerkgemeenschap richt, leidt men ook af uit de vele algemene aansporingen waarmee Matteüs inspeelt op de kerkelijke behoeften. Hij heeft regelmatig bepaalde kerkelijke situaties voor ogen. Ook de term ‘Kerk’ komt alleen in dit evangelie voor (Mt 16,18; 18,17). Matteüs begreep dat het niet voldoende was om je tot Christus te bekeren. De bekoring om zoals Petrus na de bekering weer kleingelovig te worden is hiervan een illuster voorbeeld (Mt 14,31). Geloven in Jezus vraagt ook gerechtigheid en dienstbaarheid: wie ongerechtigheid doet zal door Christus niet worden gekend, herkend en erkend (Mt 7,23; 25,12). 

En waarin spreekt het ons vooral aan?

Ook in onze hedendaagse cultuur is Matteüs ‘hot’: De Matteüspassie van Bach trekt volle kerken, in de economie spreekt men nog steeds over het Matteüseffect (verwijst naar Mt 25, 29 met de parabel van de talenten) en talloze uitdrukkingen in onze gewone taal komen uit Matteüsevangelie: ‘Parels voor de zwijnen gooien’ (Mt 7,6); ‘Wie zoekt die vindt’ (Mt 7,7); ‘Een wolf in schaapskleren’ (Mt 7,15); ‘Waar het hart vol van is, loopt de mond van over’ (Mt 12,34); Door het oog van de naald gaan’ (Mt 19,24); ‘Iemand die muggen zift’ (Mt 24,23); ‘De handen in onschuld wassen’ (Mt 27,24), enzovoort… 

Maar véél meer nog dan het esthetische en het literaire, brengt dit Matteüsevangelie aan de lezer dat buitengewoon blijde nieuws dat Jezus onze langverwachte redder is, de nieuwe Mozes! Zoals God doorheen Mozes het volk eertijds heeft gered uit dood en slavernij naar het Beloofde Land, zo redt Hij ook ons definitief doorheen een nieuwe ‘exodus’: de doortocht van dood naar leven met Pasen. Dat is het grote Christusmysterie, de blijde boodschap! 

Een nieuw kerkelijk jaar

Misschien is dit nieuwe kerkelijk en liturgisch jaar een gelegenheid om eens de Bijbel vast te pakken en doorheen het Matteüsevangelie te lezen, dat het eerste boek is in het Nieuwe Testament. De Advent is hierbij alleszins de ideale periode om ons voor te bereiden voor de komst van de Emmanuel: God-met-ons (Mt 1,23).

 

Hits: 7630