Een kathedraal in tien jaar

Laatst bijgewerkt: zaterdag 12 september 2020 Gepubliceerd: zondag 28 juni 2020

Nog tot en met 12 september 2020 kan je in de zijbeuk van de Sint-Maartenskathedraal terecht voor de tijdelijke tentoonstelling over de heropbouw van de kathedraal. De tentoonstelling is gratis toegankelijk tijdens de openingsuren van de kerk. De tentoonstelling over de heropbouw van dit prachtige monument is een initiatief van de Vrienden van de Sint-Maartenskathedraal vzw en bestaat uit zes onderdelen. Beslist iets om aan te vinken tijdens de zomermaanden.

Het eerste deel toont ons het prille begin: Camiel Delaere is als eerste terug op post op de Sint-Maartensparochie en wordt op 12 februari 1919 benoemd als pastoor-deken. De nieuwe kerkfabriek komt voor het eerst bijeen op 19 december 1920. Voorzitter Henri Sobry is voorzitter tot hij in 1927 burgemeester wordt na het overlijden van René Colaert. Hij wordt als voorzitter opgevolgd door Georges Tack die 35 jaar lang voorzitter zal zijn. In de Sint-Michielsschool wordt een voorlopige kerk ingericht; de eerste plechtigheid vindt plaats in deze noodkerk op Tuindag 1920. Bijna tien jaar later zal de laatste plechtigheid er plaatsvinden, op 13 april 1930.

In het tweede deel, de vernielde kerk, bekijken we wat kon gerecupereerd en herbruikt worden uit de puinen.

Het derde deel, de verdwenen kerk, zoomt in op het klooster, de dekenkapel en een deel van het interieur dat we niet terug zien bij de heropbouw.

Het uitgebreide vierde deel gaat over de heropbouw zelf. De vooroorlogse restauratieplannen van Coomans bewijzen hun grote nut nu de kerk in puin ligt. Een belangrijke wijziging wordt wel de nieuwe neogotische torenspits. Coomans laat ook enkele barokke elementen achterwege voor een meer homogeen gotisch geheel.

De heropbouw start bijzonder snel, ondanks protest in de pers, de gemeenteraad en zelfs in het parlement. Velen vinden immers dat prioriteit moet gaan naar woningen en niet naar monumenten. Toch zal de kathedraal op minder dan tien jaar tijd herbouwd worden! De voltooiing van de lakenhallen zal nog liefst 35 jaar op zich laten wachten… We kunnen vermoeden dat Henri Sobry en Julien Antony daar een belangrijke rol bij speelden. Sobry was tegelijk schepen (van 1919 tot 1921), voorzitter van de kerkfabriek én voorzitter van de tweede kamer van de rechtbank van oorlogsschade. Secretaris van de kerkfabriek Julien Antony, stadsbibliothecaris van beroep, was tevens staatscommissaris voor de wederopbouw. Beiden kenden hun weg in het labyrint van de wederopbouw…

De firma Alberic Vandekerckhove is de hoofdaannemer bij de wederopbouw. In 1922 rijzen de metselwerken uit de grond en op 11 december 1922 wordt de eerste steen (Foto © Luc Pyncket ) gewijd door Gustaaf Waffelaert, bisschop van Brugge. Oscar Sinia en Alois de Beule zijn de voornaamste beeldhouwers, aannemer De Plancke zet dertig steenkappers en steenzagers in. Ook de werken aan de vloeren, daken, deuren en verlichting komt aan bod.

In het vijfde deel, de voltooide kathedraal vertellen we over de eerste vieringen die er plaatsvinden. Op Palmzondag 13 april 1930 trekt de palmprocessie van de noodkerk naar de nieuwe kathedraal. ’s Namiddags wordt het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Tuine in plechtige processie overgebracht naar de heropgebouwde kerk. Het is een echt volksfeest en de huizen zijn bevlagd.

Op Pasen, zondag 20 april 1930, wordt op het nieuwe hoogaltaar de plechtige paasmis opgedragen. Op dinsdag 15 juli 1930 vindt de plechtige kerkwijding plaats. Van al deze feestelijke dagen en vieringen tonen we unieke foto’s van Foto Antony. Doorheen de hele tentoonstelling zijn niet minder dan 35 prachtige foto’s van Antony te zien.

Het zesde en laatste deel belicht de inrichting van de nieuwe kerk: klokken en orgel, kunstwerken, de nieuwe plaats van het hoofdaltaar met de nieuwe Sacramentskapel daarachter.

De tentoonstelling eindigt met een bijzonder en mysterieus verhaal over begraven schilderijen…wie weet start hiermee een zoektocht zoals die naar het gestolen paneel van het Lam Gods?

Een heel bijzondere plek in de tentoonstelling neemt de bisschopszetel in (Foto Sint-Salvator Brugge 2013). Uit de restanten van het vooroorlogse koorgestoelte werd na de oorlog een nieuwe houten zetel gemaakt met een zitbank, een opstaand paneel en een troonhemel. In 1957 vroeg toenmalig bisschop van Brugge Emiel-Jozef De Smedt om deze zetel in bruikleen te krijgen voor de Brugse Sint-Salvatorskathedraal. De zetel kreeg er een ereplaats en werd er sindsdien gebruikt als bisschopszetel. Op zaterdag 6 juni 2020 kwam de zetel na ruim zestig jaar terug naar Ieper!

Deze tentoonstelling werd samengesteld door een werkgroep bestaande uit Jan Breyne, Pieter D’haene, Alexander Declercq, Stefaan Lazoore, Roland Meulebrouck en Hans Voorbij.

Hits: 8021