Vluchten vroeger en vandaag

Laatst bijgewerkt: zaterdag 19 november 2022 Gepubliceerd: woensdag 14 november 2018 Geschreven door Lode Caes

Elke 2 jaar houden de zusters van de Heilige Familie van Ieper een avond rond hun spiritualiteit. En dit voor het personeel, directies en raden van bestuur van al hun instellingen. Ook dit jaar op vrijdag 19 oktober was er zo’n spiritualiteitsavond rond het verhaal van Jeanne Mesdom, die heel actueel aansloot bij de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog en de vele vluchtelingen toen en de actuele vluchtelingenproblematiek. We starten in de Westhoek waar de Grote Oorlog, 1914-1918 langskwam. We laten ons daarbij leiden door de 10-jarige Jeanne Mesdom, die de gebeurtenissen die zij tijdens de oorlog meemaakte, 50 jaar na datum, aan ons toevertrouwde. Haar verhaal voert je mee naar de plaatsen in Ieper, waar zij zich schuil hield, de gruwel van de oorlog meemaakte, vluchtte, verzorgd en opgevangen werd.

Angst, ontbering en onzekerheid

Oude archiefbeelden tonen ons de gruwelijke beelden van de bombardementen, de grote vernieling van de stad, kapotgeschoten gebouwen en ingestorte huizen, helemaal onbewoonbaar. Maar ook de afschuwelijke beelden van gesneuvelde soldaten en kadavers van de paarden. De angst onder de mensen was heel groot. Moeten we vluchten of ergens schuilen? Het noodzakelijke meenemen? Wat met vrouw en kinderen? Wat blijft er straks nog over van ons huis?

Het verhaal van Jeanne Mesdom – haar moeder was in de beginmaanden van het conflict aan de gevolgen van tyfus bezweken – tijdens de Eerste Wereldoorlog eindigt niet in Ieper. Nadat zij en haar jonger broertje en zusje de eerste zorgen hadden gekregen in het klooster van de Zusters Lamotten in de Rijselstraat, werden zij naar de Kazematten bij de Vestingen van Ieper gebracht. Het verblijf duurde er slechts enkele uren. De drie kinderen werden naar het burgerlijk hospitaal St.-Elisabeth te Poperinge overgebracht om verder verzorgd te worden. Ook daar sloeg een bom in en moesten ze verder vluchten, nu naar De Panne. Maar ook daar konden ze niet blijven. Jeanne en haar jongere zusje, zonder hun broertje, werden verder verzorgd in een hospitaal in Frankrijk. Dit was ondergebracht in een voormalig karthuizerklooster ‘La Chartreuse’.

Ontroerend weerzien

Zr. Philippe bracht een bewogen passage naar voor waarbij Jeanne op een dag voorbij een zaal kwam en ze eventjes kon binnen kijken en daar plots haar broertje zag. Zo werden ze weer verenigd. Korte weken later arriveerden daar ook haar zwaargewonde vader en oudste zuster. Een grote vreugde voor het al zo beproefde gezin! De vader herstelde langzaam. Haar oudste zus Yvonne vertoefde in een zorgwekkende toestand. Ze is daar in juli 1915 overleden ten gevolge van de zware verwondingen die ze bij het bombardement in Ieper opgelopen had. Ze werd begraven op een kerkhof dat speciaal aangelegd werd voor de overleden Belgische vluchtelingen. In totaal waren er tegen het einde van de oorlog ongeveer 600. Spijtig genoeg werd dit kerkhof niet in ere gehouden en is het nu een ‘doodgewone’ weide.

Devotie Heilig Hart

In 1918 kwamen ze terug naar België waar ze in het Hoog Mosschere kasteeltje te Kortrijk enkele maanden in een schoolkolonie verbleven. Het gebouw moet eeuwenoud zijn geweest, toen enkele Zusters van de Heilige Familie er met de teruggekeerde Ieperse weesjes hun intrek namen. Ongeveer rond die tijd ontstond de grote devotie tot het Heilig Hart van Jezus. Ook in het gesticht gebeurde het met grote verering. “Ik was in het diepste van mijn wezen zo getroffen, dat ik voor de eerste keer in mijn leven, iets begon te gevoelen voor het kloosterleven,” schrijft Jeanne Mesdom hierover. Moeder Françoise sprak haar soms een deugddoend woordje toe.

Zuster Marie Jeanne

Het uur van scheiden naderde. Vader had het nieuwe huis betrokken. Jeanne was 17 jaar en hij rekende op haar hulp bij hem thuis. Zo kwam hij hen op zekere dag allebei halen. De kinderen konden weer allemaal samen bij hun vader wonen en de jonge Jeanne zorgde als een moeder voor haar zus en broer. Zij ontdekte in haar meer en meer het verlangen om een religieus leven te leiden. Zo trad zij op 30 april 1924 in, in het klooster van de zusters van de Heilige Familie. Bij haar professie kreeg zij de kloosternaam Zr. Marie Jeanne.

Zij was een vrome, gevoelige zuster met veel talenten. Zij heeft veel gedichtjes geschreven voor allerlei gelegenheden. Na haar studies aan de Normaalschool te Brugge werd zij lerares in de lagere school, eerst in Sint-Jan bij Ieper, en van 1937 tot 1952 te Ieper. Daarna werd zij er directrice tot zij in 1971 met pensioen ging. Vanaf dan aanvaardde zij de functie van overste in het klooster van Bon-Secours waar de zusters de zorg voor arme en verlaten kinderen op zich namen. De laatste jaren van haar leven bracht ze door in de kleine gemeenschap te Haringe. Zij stierf op 13 februari 2000.

Noem mij geen vreemdeling

mijn woorden klinken vreemd, maar mijn gevoelens zijn dezelfde als die van jou.

Noem mij geen vreemdeling:

ik wil mensen dicht bij me, omdat het zo koud is en kil diep in mijn hart.

Noem mij geen vreemdeling:

de grond waarop wij lopen is dezelfde, maar niet het ‘beloofde land’ dat ik had verwacht.

Noem mij geen vreemdeling:

grenzen zijn mensenwerk, scheidingsmuren bouwen wij zelf en isoleren ook jou.

Noem mij geen vreemdeling:

ik zoek zoals jij vrede en recht in naam van God, zo is er maar één....”

(Tekst gebracht tijdens het bezinnende slotmoment van de spritualiteitsavond – foto 3)

Jeanne Mesdom was als kind een vluchtelinge samen met haar zussen, broer en vader. Ook vandaag zijn vele mensen op de vlucht. En wat doen wij voor hen? Half november zal onze Pastorale Eenheid, de werkgroep ‘Zorg voor mensen en solidariteit’ een Syrisch vluchtelingengezin opvangen in Ieper. En wij? Hoe dragen wij ons steentje bij?

Lees ook: Omarmers gevraagd!

Hits: 13916