GOD GEBEURT: de sociale leer van de Kerk

Laatst bijgewerkt: donderdag 16 september 2021 Gepubliceerd: donderdag 19 augustus 2021 Geschreven door Lode Caes

Als afsluit van het jaarthema ‘God gebeurt’ waarin de diaconie of anders gezegd de dienstbaarheid als grondtoon de boventoon voerde, werd op de jaarlijkse Impulsavond van het Centrum Christelijk Vormingswerk (CCV) van het Bisdom Brugge in een interview met Prof. Ellen Van Stichel (KUL) de sociale leer van de Kerk belicht.

Allerhande uitdagingen van armoede, ongelijkheid en onrechtvaardigheid maken het sociaal bewogen mensen moeilijk om afzijdig te blijven. Geldt dit ook nog voor de Kerkgemeenschap? Religie is volgens velen vooral privé, iets dat te maken heeft met persoonlijke spiritualiteit of devotie. Zijn sociale kwesties ook niet een taak van overheden en internationale instellingen geworden? Is de Kerk en haar sociale denken wel in staat om een bijdrage te leveren aan de vele sociaal-economische uitdagingen vandaag? Deze vaak gehoorde opvattingen verklaren misschien waarom er over het katholieke sociale denken zo weinig bekend is. Niet toevallig wordt haar sociale leer weleens het best bewaarde geheim van de katholieke Kerk genoemd. Vanuit enkele spanningsvelden proberen we wat klaarheid te scheppen.

Geloof: innerlijk leven versus sociaal engagement

In een tijd waar het individu hoogtij viert, bestaat de neiging om binnen het (christelijke) geloof vooral nadruk te gaan leggen op persoonlijke spiritualiteit. Anderen stellen daar tegenover dat het christelijke geloof per definitie sociale en economische implicaties heeft. Innerlijk leven en sociaal engagement mogen dan ook niet tegen elkaar uitgespeeld worden. Het opnieuw in verband brengen van spiritualiteit en sociaal engagement is een belangrijke uitdaging van de Kerk in deze tijd.

Sociale leer: liefdadigheid versus rechtvaardigheid

In de katholieke sociale leer bestaat soms een gespannen verhouding tussen de waarden ‘liefdadigheid’ en ‘rechtvaardigheid’. Zo benadrukken sommigen vooral het aspect barmhartigheid. Dit merken we onder meer in de encycliek Deus Caritas Est (2006), waarin paus Benedictus XVI het beoefenen van de naastenliefde als liefdadigheid beklemtoont. Op die manier streeft de Kerkgemeenschap op een indirecte manier naar rechtvaardigheid, wat ze dan vooral ziet als een opgave voor de politiek. Daartegenover staan zij die vooral aandacht hebben voor het werken aan rechtvaardigheid. Dit valt bijvoorbeeld op in Justitia in Mundo, een document dat tot stand kwam na een bisschoppensynode in 1971. We kunnen ons de vraag stellen hoe ‘liefde’ en ‘rechtvaardigheid’ zich verhouden in de sociale leer van de Kerk. Is het mogelijk om beiden toch met elkaar te verbinden?

Sociale leer: achterhaald of blijvend actueel?

Wat is het belang van de katholieke sociale leer? Wat draagt ze bij? Vandaag zijn er heel wat pleitbezorgers die religie weg proberen houden uit de samenleving. Zij zijn van mening dat de Kerk zich niet hoeft te moeien met maatschappelijke aangelegenheden en sociale kwesties. Het streven naar rechtvaardigheid hoort immers geen taak van de Kerk te zijn, maar dient verankerd te worden in de structuren van onze maatschappij. Op die manier zorgt de overheid vandaag via sociale wetgeving voor sociale herverdeling en rechtvaardigheid. Daartegenover staan zij die menen dat het katholieke sociale denken nog steeds een belangrijke rol heeft en hoort te hebben. In een geglobaliseerde wereld waarin de mens vaak ‘ontmenselijkt’ kan de christelijke sociale ethiek bij uitstek weerwerk bieden tegen de soms anonieme bureaucratie en de abstracte structuren van de sociale zekerheid in het algemeen.

Sociale leer: theorie versus praktijk

Wanneer we over de ‘sociale leer van de Kerk’ horen, roept dit meteen al een aantal vooroordelen op. Zo wordt het begrip ‘leer’ heel snel ervaren als ‘onveranderlijke’ stellingen die in een moeilijke theologische taal, van bovenaf worden opgelegd. Nochtans onderging de Kerkelijke sociale leer doorheen de eeuwen een sterke evoltie. Aanvankelijk beperkte ze zich vooral tot liefdadigheid en naastenliefde. Sinds de encycliek Rerum Novarum (1891) van paus Leo XIII is de Kerkelijke sociale leer echter uitgegroeid tot een samenhangende en onderbouwde visie op welvaart en welzijn. Niet alleen speelt de liefde tot de naaste een rol, maar wordt er eveneens ingezet op de uitbouw van rechtvaardige structuren. Dat maakt – in tegenstelling tot wat sommigen soms denken – dat de sociale leer van de Kerk voortdurend in dialoog gaat met het actuele maatschappelijke gebeuren. Vooral paus Johannes XXIII (1881-1963) en het Tweede Vaticaanse Concilie gaat steeds meer uit van de ‘tekenen des tijds’ zoals blijkt uit het conciliedocument Gaudium et Spes (1965). Ook paus Franciscus meent dat er genoeg ‘leer’ is en we het nu vooral moeten gaan doen.

Bronnen en historiek

De katholieke sociale leer heeft twee belangrijke inspiratiebronnen: de Bijbel en de sociale encyclieken. Zo lezen we al in het Bijbelse scheppingsverhaal dat de mens geschapen is naar het beeld van God (Gn. 1,26). We merken dan ook dat de mens doorheen de hele Bijbelse traditie als bijzonder waardevol wordt aanzien. Al in het Oude Testament vinden we allerlei (sociale) voorschriften die het welzijn van de mens in het samenleven beogen.

De katholieke sociale leer in de strikte zin van het woord vindt haar oorsprong in de 18de-19de eeuw. In het ‘Ancien Régime’ werden armoede en ongelijkheid niet als een structureel probleem ervaren. Het gaf de rijken een kans tot liefdadigheid, terwijl de armen hun lot dienden te aanvaarden. Maar daarna kan de Kerk evenwel niet langer haar ogen sluiten voor de socio-economische gevolgen van het kapitalisme en de industrialisatie. In dit verband was de encycliek Rerum Novarum (1891) van paus Leo XIII een kantelmoment. Voor het eerst wordt immers uitdrukkelijk aandacht besteed aan maatschappelijke structuren en verhoudingen. Corporatisme, solidariteit, het recht op eigendom en een eerlijk loon zijn de belangrijkste uitgangspunten van deze encycliek. Naar aanleiding van de 40ste verjaardag van Rerum Novarum verschijnt in 1931 de encycliek Quadragesimo Anno, geschreven door paus Pius XI. Hierin staat te lezen dat onrechtvaardigheid en ongelijkheid niet de wil van God weerspiegelt. Liefde en incidentele solidariteit zijn volgens Pius XI op zichzelf onvoldoende, aangezien de hele socio-economische orde rechtvaardig dient te zijn.

Vanaf het pontificaat van paus Johannes XXIII (1881-1963) en het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) kwam het globale aspect van de sociale kwestie op de voorgrond te staan. In 1961 verscheen de encycliek Mater et Magistra, waarbij de internationale dimensie van de sociale kwestie sterk aanwezig is. Zo wordt vooral de groeiende ongelijkheid tussen landen als een grote uitdaging beschreven. Opvallend hierbij is dat het sociale denken van Johannes XXIII. In tegenstelling tot veel van zijn voorgangers, die veeleer uitgingen van bepaalde principes om die vervolgens toe te passen op de concrete context, grijpt hij naar de methode zien-oordelen-handelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze aanpak ook terug te vinden is in het conciliedocument Gaudium et Spes (1965), waarin gesteld wordt dat de Kerk een maatschappelijke rol heeft om de wereld te veranderen.

De meest gekende sociale encycliek na Vaticanum II is wellicht Populorum progressio (1967), waarin Paulus VI zich bezorgd toonde om de economische ongelijkheid en de internationale dimensies van sociale gerechtigheid. Ook Johannes Paulus II en Benedictus XVI hadden in verschillende encyclieken oog voor de sociale kwestie. Opvallend bij deze pausen is evenwel de stijlbreuk dat zij in de sociale kwestie weer eerder gaan focussen op de spirituele dimensie. Paus Franciscus, plaatst zich dan opnieuw meer in de lijn van Vaticanum II en Paulus VI. In zijn eerste encycliek Laudato Si (2015) besteedt Franciscus ruim aandacht aan het ecologische vraagstuk. Zorg voor de natuur, rechtvaardigheid voor de armen en maatschappelijke vrede zijn volgens hem onlosmakelijk met elkaar verbonden. Paus Franciscus pleit bijgevolg voor een ‘integrale ecologie’, waarbij zowel een mentaliteitswijzing als structurele veranderingen noodzakelijk zijn.

Tot slot moet gezegd worden dat de hier geschetste evolutie enkel betrekking heeft op pauselijke documenten. De geschiedenis van de katholieke sociale leer leest inderdaad al gauw als een opsomming van encyclieken en pastorale brieven. Hierbij mogen we niet vergeten dat de sociale leer van de Kerk vooral zichtbaar hoort te zijn in de praktijk. Het katholieke sociale denken heeft dan ook een grote rol gespeeld in bijvoorbeeld de oprichting van de christelijke arbeidsbeweging, het rechtvaardigheidsstreven in Latijns-Amerika via de bevrijdingstheologie en het tot stand komen van organisaties als Pax Christi, Broederlijk Delen en Welzijnszorg. Het laat zich ook zien in talloze projecten zowel binnen-, rand- of buitenkerkelijk waar ‘God gebeurt’ in sociaal bewogen mensen.

Hits: 2520